Versnellingsbak
en aandrijflijn
Zoals bij bijna auto's is ook de Volga uitgerust met een enkelvoudige droge koppelingsplaat (met uitzondering van de Volga's met automatische transmissie natuurlijk). De koppeling wordt doormiddel van een hydraulische cilinder bediend.
Alle Volga M21 zijn standaard uitgevoerd met een mechanische drie versnellingsbak op een kleine serie van 700 stuks na die in 1957 zijn voorzien van een automatische versnellingsbak (zie hierdoor deze pagina). De versnellingsbak wordt bediend via een versnellingshandel aan het stuur. Ook hier is één uitzondering te zien, de Volga M21 M (laatste serie) was uitgerust met een versnellingspook op de vloer. Ook bij de vloerversnellingsvariant is dezelfde driebak gebruikt. De tweede en derde versnelling zijn voorzien van synchromesh, terwijl de eerste versnelling en de achteruitversnelling niet zijn gesynchroniseerd. Op zich is dat geen probleem omdat de eerste versnelling in de praktijk weinig wordt gebruikt.
De versnellingsbakken zijn eenvoudig van ontwerp. Direct achter de versnellingsbak is de handremtrommel geplaatst.
De aandrijfas bestaat uit twee delen en is in het midden voorzien van een lager. Om de bewegingen van de achteras op te vangen is de as in het midden voorzien van uitschuifbaar gedeelte.
De achterbrug van de Volga kent een hypoide overbrenging. De eindoverbrenging bij de handgeschakelde versies is 4,55.